-
1 mondeling examen
mündliches examen -
2 een mondeling examen
een mondeling examenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een mondeling examen
-
3 examen oral
-
4 examen
examen [egzaamẽ]〈m.〉1 onderzoek ⇒ beschouwing, analyse♦voorbeelden:esprit d'examen • kritische instellingle libre examen • het vrije onderzoek 〈waarbij alleen geaccepteerd wordt wat door rede of de ervaring wordt ondersteund〉faire l'examen de qc. • iets onderzoekenêtre à l'examen • nog in onderzoek zijnà l'examen • bij het onderzoekexamen de fin d'année, de passage • overgangsexamenexamen de sortie, de fin d'études • eindexamenexamen blanc • proefexamenexamen écrit • schriftelijk examenexamen oral • mondeling examenêtre collé, recalé, refusé à un examen, échouer à un examen • voor een examen zakkenfaire passer un examen • een examen afnemenpréparer un examen • zich op een examen voorbereidense présenter à un examen • opgaan voor een examensubir, passer un examen • een examen doen, afleggenm1) onderzoek, analyse2) examen, toets -
5 mondeling
mondeling1〈 het〉♦voorbeelden:————————mondeling2♦voorbeelden:mondelinge overlevering • oral traditioneen mondelinge toezegging/afspraak • a verbal agreement/arrangementiemand mondeling examineren • give someone an oral (examination)mondeling stemmen • cast one's vote orally -
6 mondeling
♦voorbeelden:mondelinge overlevering • tradition oralezich met iemand mondeling onderhouden • s'entretenir de vive voix avec qn. -
7 mondeling/schriftelijk examen
mondeling/schriftelijk examenoral/written examVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mondeling/schriftelijk examen
-
8 examen
♦voorbeelden:mondeling/schriftelijk examen • oral/written exameen examen afleggen, examen doen • take/sit an examexamen afnemen • examinezijn examen halen, voor zijn examen slagen • pass one's examhet examen zal worden afgenomen op de 18e • the exam will be held on the 18thhij moest het examen in/voor drie vakken overdoen • he had to retake the exam in three subjectszakken voor een examen • fail an exam -
9 mündliches examen
mondeling examen -
10 oral examination
mondeling examen -
11 oral
oral [orraal],oraux [orroo]♦voorbeelden:tradition orale • mondelinge overlevering1. m 2. adj1) mondeling2) oraal -
12 oral
adj. mondeling; in de mond; mondelijk--------n. mondeling (examen)oral1[ o:rəl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉————————oral21 mondeling ⇒ oraal, gesproken2 oraal ⇒ door de mond, mond-♦voorbeelden:oral history • geschiedschrijving gebaseerd op orale overlevering, oral historyoral tradition • mondelinge overlevering -
13 viva
-
14 l' oral
l' oral 〈m.〉 -
15 quiz
-
16 tentamen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Французский